ZEVENAAR – De overgang tussen de basisschool en het voortgezet onderwijs is voor veel kinderen al lastig zat. Buiten de nieuwe mensen om je heen en het enorme gebouw dat je nog helemaal niet kent, word je platgegooid met allemaal nieuwe vakken waar je nog niets van weet. Dat moet anders, vinden Romi, Lara, Lisa en Vienna.
De vier meiden zitten in hun examenjaar van de havo in het Liemers College en hebben destijds allemaal voor scheikunde gekozen. “Het is een ontzettend leuk vak, alleen merken we dat het weinig wordt gekozen omdat leerlingen er best veel moeite mee hebben. Zonde!” Zodoende hebben ze besloten om in het kader van hun MDT-project een gastles op te zetten voor basisscholen, om scheikunde toegankelijker te maken.
“In de eerste en tweede klas wordt wel Nastek aangeboden. Helaas is dat een combinatie van natuur- en scheikunde met óók nog een stuk techniek. De focus ligt daarbij voornamelijk op natuurkunde, waardoor leerlingen tot de derde klas niet écht in aanraking zijn gekomen met scheikunde. Als ze dan halverwege de derde klas geconfronteerd worden met hun profielkeuze, zijn er maar weinig die scheikunde overwegen,” legt Romi uit.
Om de drempel wat te verlagen, willen de meiden in achtste groepen van basisscholen vast een begin maken. “We geven een presentatie, doen proeven voor, maar voeren die ook samen met de kinderen uit. Zo is het niet alleen informatief, maar ook interactief en een goede afspiegeling van hoe het vak er precies aan toe gaat.”
Wederom om de toegankelijkheid voor de kinderen te waarborgen hebben de meiden gekozen voor proeven die ze makkelijk kunnen demonstreren met huis-, tuin- en keukenspullen. “Denk aan olie, afwasmiddel en bakmeel. Wij gebruiken natuurlijk op de scholen zelf erlenmeyers en maatbekers, maar natuurlijk kunnen ze het zelf thuis overdoen in gewone glazen.”
Niet alleen dragen ze bij aan de onderwijskundige ontwikkeling van de kinderen, maar ze scholen ook zichzelf bij. “We zijn echt met de HAN in gesprek gegaan over onderwijstechnieken. Omdat je met kinderen werkt, moet je goed rekening houden met verschillende methoden: wat werkt er wel en niet?” Zo zijn ze tot de conclusie gekomen dat interactieve lessen goed aanslaan. “Daarom hebben we bewust proeven gekozen die de leerlingen ook zelf, dan wel onder begeleiding, kunnen uitvoeren. Denk aan gel, ‘olifantentandpasta’ of een lavalamp maken. Het zijn leuke en begrijpelijke proeven, die wijzelf ook nog kennen uit de derde klas.”
Naast een MDT-project is dit voor de meiden ook hun profielwerkstuk. Doordat ze die twee combineren, wat weinig gebeurt maar in veel gevallen wel mogelijk is, hebben ze meer ruimte om de juiste spullen aan te schaffen van hun budget. Daarmee kunnen ze bijvoorbeeld hun lessenplan uitwerken tot een gedrukt boekje, om het zo breder te verspreiden. “Als we dit onderzoek tóch al doen, waarom zouden we het niet delen met anderen? Hoe meer kinderen hiermee in aanraking komen, hoe beter. Wij hadden hier onbewust toch baat bij, en we willen andere kinderen kunnen bieden wat wijzelf hebben gemist.”
